Weer een heel nieuwe uitdaging werd het maken van wat men bij Waldorf- of zonnekindpoppen noemt: de lijs. Anders dan bij een ledematenpop worden hier de armen en benen aan de romp genaaid en kunnen op die manier vrijer draaien. Nadeel is dan weer dat de pop in de regel niet makkelijk "los" kan zitten.
Wat een meisje had moeten worden werd ook nu weer een jongetje.
Ik had in dit stadium nog niet veel vat op de uitdrukking van het gezichtje en wist ook niet wat nou maakte dat het een jongetje was en niets anders.
Voor meisjespoppen had ik al aardig wat leuke stofjes in huis maar voor dit onverwachte jongetje werd het toch even zoeken.
Wat was het leuk om dit ondernemende krullenbolletje te zien groeien en tot leven te zien komen.
Het werd bijna 45 cm lang en zijn haartjes waren van de krulletjesvacht van het Wensleydale schaap, wat heel goed bij hem bleek te passen.
Zodra hij zijn schoentjes aankreeg verdween hij op een holletje de tuin in.
Ik vond hem terug in de takken van de grote rode beuk.
Reacties
Een reactie posten